- Zorg voor een afwisseling tussen inspannende en ontspannende opdrachten
- Laat het kind uitzoeken welke opdrachten voor hem/ haar inspannend zijn en plan deze activiteiten op momenten dat ze uitgerust zijn
- Voorzie eventueel een verkort lesrooster
- Oefeningen inkorten of meer/ betere structuur aanbieden
- Aanduiden in fluo welke oefeningen gemaakt moeten worden
- Creër een ruimte voor het kind waar het kan uitrusten en geef hem/ haar de mogelijkheid om daar zoveel gebruik van te maken als hij/ zij nodig acht
- Werken met bewegingstussendoortjes
- Voorzie ontspanning door klassikaal ademhalingsoefeningen uit te voeren