Een kind met NAH kan het gevoel in een bepaald lichaamsdeel verliezen of overgevoelig worden voor bepaalde aanrakingen (hyperesthesie).
Ook kan het kind een verminderde diepe gevoeligheid hebben (proprioceptie). Daardoor kan de lichaamsbeheersing (controle over het lichaam) verminderd zijn. Gevolgen hiervan zijn bijvoorbeeld onhandige bewegingen.
Ook kan het kind een verminderde diepe gevoeligheid hebben (proprioceptie). Daardoor kan de lichaamsbeheersing (controle over het lichaam) verminderd zijn. Gevolgen hiervan zijn bijvoorbeeld onhandige bewegingen.